Ik kleed me aan terwijl Meis hysterisch huilt en gilt dat
zij ook haar pyjama uit en kleren aan wil. Wanneer ik dat met haar wil doen,
huilt zij nog harder omdat ze het graag zelf wil doen. Iets wat ze nog niet
kan, maar wel graag wil. Ik zet haar op ons bed, met haar kleren ernaast, Meis
krijgt het voor elkaar om haar t-shirt in een wurggreep om haar nek te krijgen.
Tot haar en mijn verdriet. Ook Boas huilt. Meis heeft gepoept. Kokhalzend
verschoon ik haar luier. Haar poep ruikt niet meer naar borstvoeding, maar naar
dierentuin en oud bloemwater.
Erna pak ik Boas op en zit direct onder de poep, hij ook.
Totaan zijn nek. Terwijl ik snel besluit hem in bad te doen zie ik Meis ineens
met een palmpasen broodje rondlopen. Ik weet niet of het wel eetbaar is omdat
het er zo mooi uitziet, maar laat het zo, op hoop van zegen. Meis is vervolgens
heel lief terwijl ik Boas in bad doe, maar uit enthousiasme verkruimelt zij
haar palmpasenbroodje boven zijn wiegje. Ik smeek haar ergens anders te gaan
staan, zij doet alsof ze gek is en mij niet begrijpt.
Ondertussen probeer ik met één hand de ondergepoepte doeken
van de commode te grissen terwijl ik Boas’ hoofd boven water hoop te houden. Als
ik hem vervolgens aankleed, huilt hij hard. Mijn hart krimpt. Hij is moe is en zit
onder de uitslag – koemelkallergie - omdat ik gisteren dat broodje met feta
toch wilde opeten. Ondertussen laat Meis per ongeluk de bak met duplo op de
grond vallen. Dit geeft zo’n klap dat ook zij nu huilt. Ik blijf opgewekt de
kinderliedjes mee zingen van de cd die opstaat voor Meis, terwijl ik het liefst
in een willekeurige auto naar Parijs zou stappen.
Dan gaat de bel. Ik, in volle overtuiging dat het toch
niet voor ons is, roep iets onverstaanbaars door de intercom. Het blijkt de
aannemer te zijn, precies op tijd voor de afspraak die ik volledig ben vergeten.
Hij komt voor de lekkage. De lekkage die begon op het moment dat de
verloskundige zei dat wij naar het ziekenhuis gingen vertrekken voor de
geboorte van Boas. Terwijl hij het portiek inloopt, schop ik mijn mintgroene
birkenstocks uit die ik al de hele ochtend aan heb, met roze gestreepte sokken
erin. Dat er dan poep op mijn wang blijkt te zitten en ook nog steeds op mijn
shirt, lijkt hij doodnormaal te vinden. Terwijl ik grijnzend, het liefst
huilend, een kopje koffie met hem drink, hoor ik op de achtergrond Boas in zijn
wiegje. Poepen.
oh san, hoe herkenbaar dit. en dat je het toch voor elkaar krijgt er zo'n uitgebreid verhaaltje over te schrijven vind ik knap! en dat je niet in dikke tranen uitbarst, of in heel hard gillen, ook. het maakt denk niet uit, twee of drie kinderen, handen te kort heb je altijd met meer dan één. ik lach om je verhaal, maar vind het tegelijkertijd ook een beetje verdrietig. dat je zo over je grenzen heen gaat, zou je normaliter toch niet bedenken. met poep op je wang, een vreemde je huis in te laten. hilarisch is het ook. en gelukkig kan je dat zelf ook nog wel zien. toch? je bent een geweldige mama, ook al eet je broodjes feta. ik drink er een glas wijn op. wat ik eigenlijk ook niet mag.
BeantwoordenVerwijderenProost tes! En blijf om jezelf lachen, dan komt alles goed. Ooit. Dikke kus!
BeantwoordenVerwijderen