zaterdag 31 maart 2012

geluk

Geluk is het verlangen naar herhaling, las ik vandaag op de wc kalender. Nou in dat geval ben ik erg gelukkig. Tien weken geleden werd in het holst van de nacht zoontje Boas geboren. En er gaat geen dag voorbij dat ik daar niet aan terug denk, met een scherp gevoel van heimwee. Wat op zich dan weer apart is, want zo zalig is bevallen niet.

Waar ik dan het meest aan denk, is het licht in die ziekenhuiskamer. Ook niet het meest gezellige, zou je denken. Maar in dit geval stond het licht heel zacht. En zelfs toen hij geboren werd stond er alleen een spot op… nouja, je kan het bedenken. Daar had ik geen last van. Ik had sowieso nergens last van wat niet ging over het wegzuchten van persweeen. Daar had ik namelijk wel last van. Maar voor ik het wist, was daar een heel klein jongetje, met hele warme zachte rimpelbilletjes, die pasten in één hand. Kort erna deed hij één ondeugend oog open, zo in dat schemerlicht. Jeroen en ik grijnsden stil. En niks of niemand kon ons iets maken. Dat moment. Geluk dus. 

Inmiddels is Boas tien weken oud. En passen zijn billetjes nog wel in één hand, maar gebeurt dat nu eenmaal niet meer zo vaak. Wel heeft hij nu zeer regelmatig twee ondeugende ogen open in plaats van één. En grijnst hij met geluid. Ik dan ook. 



vrijdag 30 maart 2012

hoe het kwam


Ik zit in de zon op een van de treden van ons terras en lees een boekje. Meis zit in de zandbak, hard zingend over zand en haar negen weken oude broertje Boas. Plotseling is ze stil, ik kijk op. Meis kijkt, met haar hoofdje in haar nek, omhoog. Met open mond. Naast de zandbak zit, in de nog kale vijgenboom, een duif. Deze duif kijkt strak naar Meis en zij staart terug. Het duurt wel een paar minuten en ik kijk op mijn beurt weer ademloos naar hen. Plotseling zegt Meis opgewekt ‘dag vogel’. De duif beweegt even zijn kopje en vliegt weg. Meis vult inmiddels alweer een van haar kaplaarsjes met zand.