woensdag 1 augustus 2012

sporten


Ik ben dus met een sportman. Een die vooral veel sport kijkt momenteel en wat minder doet, maar dat is geheim. Dus ook ik kijk nu al dagenlang naar zwemmende mensen in Londen. En het gekke is, ik vind het leuk. Ik heb echt geen idee wie wie is en waarom het goed zou zijn, of knap, als die nou juist zou winnen, maar ik word er zo lekker relaxt van. Het meest ben ik geboeid door het zogenaamde intimidatiespel van de mannelijke zwemmers voordat ze gaan beginnen. In hun te grote rare badjassen met biljart hoofden. En niet te vergeten, de travestie-achtige toestanden van de vrouwelijke zwemsters. Doodenge lijven en waarom hebben ze allemaal van dat lange touwhaar?

Ooit bediende ik Inge de Bruijn in een Grand Cafe waar ik toen werkte. Ze was heel gezellig en relaxt en man, wat had ze een piepklein spijkerbroekje aan. Kinderbilletjes leken er haast in te zitten. Dit in tegenstelling tot haar schouders. Ze bestelde eindeloos, en at het allemaal lachend op, geen enkel probleem. Vanaf dat moment was ik fan. Ik vind Inge dus cool en ook een beetje eng, ze blijft tenslotte een zwemster.

Meis is nu op een leeftijd waarop ze statistisch gezien zo’n 30 nieuwe woorden per dag leert. Ik kan daar niet zoveel mee, behalve dan dat ze dat echt lijkt te doen. Ik val van de ene verbazing in de andere. Dus sinds de Olympische Spelen regelmatig even aanstaan aan het eind van de middag, heeft Meis het over sporten. Maakt niet zo uit wat, bij voorkeur iets met glitter. Turnen doet het goed bij haar momenteel. Maar ook judo en zwemmen vind ze leuk, zelf volledig overtuigd van haar eigen talent op welk vlak dan ook. Realiteit is zo’n onzin.

Net zag ik even tussen deze regels door een vader aan het woord van een olympisch goud winnaar, een zwemmer. De vader was groot en dik en trots. Ontzettend trots. Hij bleef maar zeggen hoe lief en gezellig zijn zoon was en nu ook nog eens een gouden plak had gewonnen en ‘kijk nou, hoe mooi hij is, hij is zo mooi’! Ik was ontroerd. En kon me ineens zo goed voorstellen hoe het zou voelen als je kind iets gaat doen waar je zelf met je pet nevernooit bij zal kunnen maar wat dan bijvoorbeeld een olympisch record oplevert. Ik noem maar wat.

Voorlopig reik ik morgen maar een gouden plak uit voor wat nieuwe woorden. Of een koprol. Minstens zo trots als die vader. Die realiteit komt later wel. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten